Afgelopen maandag schijnt het ‘blue monday’ geweest te zijn. Waarschijnlijk weer zo’n uit Amerika overgewaaid fenomeen. Zelf had ik juist deze week inspiratie om een boek te schrijven over de Blues. Ik weet niet of het er gaat komen, maar ik heb wel al een leuke opzet. Daarom deel ik in deze ‘blue friday’ vlog alvast twee makkelijke manieren om over een Blues te improviseren.
Een van de makkelijkste manieren om over een Blues te improviseren is natuurlijk de Bluesladder. Voor een Blues in F (de meest gebruikelijke toonsoort in de jazzmuziek voor een Blues) bestaat die uit F – Ab – Bb – B – C – Eb – F. Voor Bes-instrumenten is dat G – Bb – C – C# – D – F – G en voor Es-instrumenten D – F – G – G# – A – C – D.
Als je het vergelijkt met de majeurladder ( F – G – A – Bb – C – D – E – F), dan ontbreekt de 2e toon, is de 3e toon verlaagd, zit er een verhoogde 4e toon (of verlaagde 5) bij, heb je ook de normale 5, ontbreekt de 6e toon en is er weer een verlaagde 7e toon. Die verlaagde 3, 5 en 7 noemen we de ‘blue notes’. Je noteert ze als b3, b5 en b7. De b staat dan voor het franse woord ‘bémol’, wat een verlaging met een halve toon betekent.
Die bluesladder kun je over het hele bluesschema spelen. Dat komt omdat
- de noten uit de bluesladder vrij goed passen op alle akkoorden
- de klank van de bluesladder heel sterk is
- je met de blue notes (b3, b5 en b7) in de bluesladder perfect het melancholische gevoel van de Blues kunt overbrengen
Heel handig dus die bluesladder, want dan hoef je geen rekening te houden met de akkoorden. Maar dat is meteen ook de valkuil. Want als je niet op de akkoorden let, dan let je misschien ook niet zo op de zinnetjes die je speelt. De kans is dan reëel dat je het vormgevoel verliest en niet weet waar je bent. Dan klink je niet overtuigend. Bovendien kan je solo kan na een tijdje wel heel saai gaan klinken als je steeds diezelfde noten laat horen.
Aan het eerste probleem kun je heel makkelijk wat doen als je het basisritme van de viermatenfrasering toepast. Een simpel ‘geheim’, dat ik in mijn boek Slim Improviseren 1 onthul. Je leest hoe dit werkt en je krijgt er grip op met concrete opdrachten.
Voor het tweede probleem bestaat een eenvoudige oplossing die ik deel in onderstaande video. Enjoy!
BONUS!
Behalve de bluesladder is er nog een makkelijkere ladder die ook past op een Blues, namelijk de pentatonische ladder. Op de Blues in F speel je dan F-mineur pentatonisch: F – Ab – Bb – C – Eb – F. Bijna hetzelfde als de bluesladder, maar de b5 (B) is weggelaten.
Hoe pak jij het aan als je over een Blues improviseert? Heb je nog tips? Deel het eens in het commentaar als je wilt. Dank je wel!
He Werner, ik kijk uit naar dat Blues boek, zeker na de les van gisteren waar Fred en ik lekker lang los konden gaan onder jouw begeleiding op een Blues in F met zoveel tips & tricks dat ik de komende weken weer genoeg stof tot nadenken en oefenen heb.
mvg Bart
Ja was een goede les weer. Jullie gaan steeds een stap vrijer spelen, heerlijk. Behalve voor jullie is dat ook ontzettend leuk voor mij. 🙂
Hallo Werner,
Ik heb je bij Ome Willem gezien,
Geweldig, heb weer even van je genoten.
Bedankt voor al je mails, altijd weer leuk om naar te kijken, leerzaam!
Groeten Sytske Groothuis uit Sint Maartensbrug.
Ha Sytske,
Bedankt voor je lieve berichtje. En muziek dat houdt nooit op … gelukkig. Groet,
Werner