De kans is heel erg groot dat jouw favoriete saxofonist op een Selmer Mark VI speelt. Bijvoorbeeld … Sonny Rollins.
Veel professionele saxofonisten spelen op een Selmer Mark VI. Waarom eigenlijk?
Eerst neem ik je even mee in de geschiedenis van Selmer.
Geschiedenis van Selmer
De professionele klarinettisten Henri en zijn minder bekende broer Alexandre Selmer starten rond 1880 op de Place Dancourt 4 in Parijs een klarinettenfabriek. Na ook fabrieken in de USA te zijn gestart in samenwerking met een zekere meneer Bundy wordt vanaf 1919 de productie van Parijs verplaatst naar Mantes la Ville en hier worden ook saxofoons gebouwd. Selmer saxofoons gelden als de directe opvolgers van de uitvinder van de saxofoon, Adolphe Sax.
Welke modellen zijn er?
De modellen die vervaardigd worden zijn model 22 (1922-25), model 26 (1926-29), cigar cutter (1930-33), radio improved (1934,-35), balanced action (1936-1947), super balanced action (1948-53) en van 1954 tot 1974 de Mark VI (serienummers grofweg van 54000 tot 240.000, met uitzondering van sopraan en bariton waar de nummers doorlopen tot ongeveer 320.000). Daarna volgen nog de Mark VII (1974-80, geen bariton en ook geen sopraan), Super Action (SA80 1981-85), Super Action serie II (SA80 II, 1986-92), de serie III, de Reference, het budgetmodel Axos en het laatste topmodel, de Paris Supreme.
De verschillende eigenschappen van de modellen
Alle modellen hebben hun specifieke kwaliteiten. Zo is mijn ervaring dat de oudste modellen heel open kunnen klinken, met weinig weerstand en veel karakter. De (super) balanced action (van 1939 tot en met 1954) heeft veel karakter en kan heel mooi zangerig klinken. De huidige modellen hebben een geweldige ergonomie en een goede stemming.
Als je een gemiddelde maakt van deze modellen dan kom je uit bij de Mark VI, een saxofoon met redelijk veel karakter, met een vrij goede ergonomie en stemming. Waar je bovendien elke muziekstijl op kunt spelen en die goed mengt. Voor de allrounder de perfecte sax.
De klassieke saxofonist prefereert misschien een Buffet Crampon vanwege het prachtige, brede en warme geluid. De rock & roll saxofonist prefereert misschien een modern instrument vanwege de power, zoals Keilwerth of vanwege de projectie en betrouwbaarheid, een Yamaha.
Saxofoongigant David Sanborn speelt meestal op een late Mark VI, nummer 204.000. Michael Brecker, misschien wel de technisch meest begaafde saxofonist ooit, speelde op een 80.000 Mark VI. Hier met een zilveren Mark VI nek.
Lakafwerking
Het basismateriaal van alle saxofoons is messing, een koperlegering. Op dit materiaal wordt ter bescherming gewoonlijk een laklaag aangebracht die verschillende eigenschappen heeft. De Mark VI is qua lakkleur gemaakt in vier uitvoeringen.
- Goudlak, de meest voorkomende versie. De lak is van redelijke kwaliteit, de oudere modellen verliezen hun lak na verloop van tijd. Oude exemplaren met de originele lak nog intact zijn het kostbaarst. Vaak hebben de oude exemplaren tot serienummer ca. 120.000 een honingkleurige tint goudlak. Bij de Referance heeft Selmer dit nagemaakt. De latere modellen hebben een lichtgele kleur goud. Qua geluid zijn de goudkleurige saxen het meest flexibel met een beetje een dun randje. Vaak prefereren jazzsaxofonisten daarom deze kleur.
- Zilver. Het meest duurzame materiaal is zilver. Het is niet ongebruikelijk dat oude exemplaren er nog prachtig uit zien. Qua geluid klinken de zilveren saxofoons wat dikker, maar kaler in het hoge register. Meestal vinden klassieke saxofonisten zilver mooier klinken, maar er zijn ook veel jazzsaxofonisten die graag op zilver spelen.
- Goudlak met zilveren kleppen, het zogenaamde “London” model. Op de kleppen zit een laag nikkel. Was destijds de topuitvoering en vaak klinken deze erg goed. Nu zijn ze vanwege hun uiterlijk minder gewild.
- Verguld. Slechts enkele exemplaren zijn verguld geleverd. Ze hebben grofweg dezelfde eigenschappen als ziver, maar dan nog iets duidelijker en kernachtiger.
Tegenwoordig worden saxen ook lakloos geleverd omdat dat een stoere retro look geeft. Omdat er geen lak op de body zit gaat het instrument sneller slijten. Bovendien klinken deze saxen een beetje vaag met weinig kern. Als je er van houdt is het prima, maar ik vind het niet mooi, geldt voor mij ook voor lakloze exemplaren van de Mark VI. Ook kun je tegenwoordig een gematteerde sax uitzoeken. Ik heb hier geen ervaring mee.
Gravure en “bolletjes”
De Mark VI werd zowel met als zonder gravure geleverd. De in Frankrijk geassembleerde exemplaren hebben een bloemgravure, op de oude modellen mooier dan op de latere. De in Amerika geassembleerde exemplaren hebben een kleinere gravure van een bloem en soms komt het serienummer ook voor in de nek. Zo weet je zeker dat nek en body bij elkaar horen.
Wat ik niet begrijp is dat Selmer nog steeds bij de zijkleppen van Bes en C bolletjes gebruikt. Bij de oude Mark VI exemplaren tot ca. 130.000 zitten hier vorkjes die veel minder snel speling hebben, eigenlijk een veel beter systeem.
John Coltrane speelde eerst op een Super Balanced Action, maar op de meest tot de verbeelding sprekende albums speelt hij op een Mark VI.
Is elke Mark VI goed?
Natuurlijk is niet elke Mark VI een parel, er zit veel verschil tussen de exemplaren. Welke moet je hebben ? Dat hangt af van het instrument en je speelstijl. Grofweg hoe ouder, hoe meer karakter en kleur in het geluid. Hoe nieuwer, hoe beter uitgebalanceerd, maar hoe minder karakteristiek.
Vergeet zeker niet een super balanced action te vergelijken met een Mark VI. Door zijn andere boring is het geluid van deze saxofoon beter te horen dan een Mark VI, terwijl de Mark VI meer in één richting projecteert.
Wat maakt de Mark VI legendarisch ?
Nieuwe auto’s zijn zuiniger, comfortabeler, betrouwbaarder en van meer snufjes voorzien dan oude. Waarom spelen de meeste professionele saxofonisten dan toch op oudere saxen ? Weliswaar hebben de nieuwe instrumenten een betere betrouwbaarheid, een iets betere ergonomie en kunnen ze iets beter stemmen dan de oude saxofoons. er zijn echter twee cruciale verschillen.
Oude saxofoons zoals de Mark VI zijn grotendeels met de hand gemaakt, waardoor ze allemaal een eigen karakter, ‘soul’, hebben. Bovendien is de precieze samenstelling van de legering onbekend. Vroeger waren alle materialen toegestaan. Wellicht ook metalen die tegenwoordig verboden zijn omdat ze giftig zijn. De Mark VI (en andere oldtimers) zijn hierdoor helaas, of gelukkig, gewoonweg niet precies na te maken.
Heeft de Mark VI ook nadelen ?
De Mark VI projecteert “recht vooruit”, net als moderne saxen. Dit ligt aan de boring. Het zijn dan ook echte “microfoon saxen”, iets waarvan bijvoorbeeld Michael Becker dankbaar gebruikt heeft gemaakt. De oudere modellen van Selmer hebben een andere boring waardoor hun sound zich meer door de ruimte verspreidt. Die hoor je vaak nog bij wijze van spreken ‘twee straten verder’.
Ten opzichte van de nieuwere modellen hebben de Mark VI meer onderhoud nodig. De mooiste exemplaren geven een prachtig geluid, maar hiervoor moeten alle polsters helemaal precies sluiten. Vaak heeft het mechaniek door de ouderdom wat speling en raken polsters en asjes sneller van hun plek.
Zeker exemplaren die ontlakt of overgelakt zijn staan bekend om hun mindere betrouwbaarheid. Zelf heb ik mijn instrumentarium daarom in onderhoud bij een gespecialiseerd atelier.
En het is een kwestie van smaak. Oude Amerikaanse saxen hebben een brutaler geluid. Een King bijvoorbeeld klinkt opener en heel zangerig. Een beetje als een Super Balanced Action in het kwadraat. Ik heb mijn ‘King Super 20 sliver neck’ verkocht omdat het erg lastig was om zuiver te spelen, omdat ik de techniek lastig vond en omdat ik er niet mee kon mengen in een sectie.
Mooi instrument, maar niet my cup of tea. En dat nog wel als fan van Cannonball Adderley, die zijn meest tot de verbeelding sprekende opnames maakte op een King Super 20.
Een Conn of een Martin heeft ook een heel eigen geluid. Vooral als je solistisch speelt te gekke instrumenten. Luister bijvoorbeeld maar naar de vroege Dexter Gordon.
Wil je mijn GRATIS rapportje waarin ik mijn ervaringen deel met verschillende serienummers? Laat dan je e-mail adres even achter in het commentaar onder deze blogpost. Bedankt alvast voor je belangstelling!
Wat is jouw ervaring met de Mark VI? Ben je een fan of speel je liever op een ander instrument? Laat het eens weten in het commentaar, dan ontvang je mijn persoonlijke reactie.
Cheers!
Werner Janssen
PS – Impro Turbo
Volgend weekend begint de maandelijkse online improvisatie-workshop impro Turbo. Alleen dit weekend kun je je nog met korting aanmelden voor deze ‘booster‘ inspiratie. Antwoord op al je vragen over improviseren. Voor ieder niveau! Helemaal online, dus:
- Coronaproof
- Goedkoop
- Makkelijk
Bekijk het programma hier. Meld je aan en ontmoet meteen andere muzikanten uit heel Nederland, België en zelfs Suriname en Zuid-Afrika
TIJDELIJK slechts
- abonnement duurt 3 maanden en stopt automatisch
Goedemorgen Werner, ik heb interesse in jouw rapport over je ervaring met verschillende serienummers Mark 6
Mvg Anita Pronk
Ik ontvang graag het rapportje met serienummers vd Mark vi (alt). Alvast dank.
Beste Werner,
Graag dat hier genoemde rapportje. Ik speel zelf geen Mark VI. Ik heb helaas teveel saxen, o.a. 2 tenoren, 1x Conn Ladyface 10M en 1x Yamaha 62-1 (purple label), alsmede 3 alten o.a. 1x Goldplated Conn New Wonder, Artist’s Impression (or Choice) van 1922, 1x Conn Ladyface 6M en 1x Yamaha 62-Mark 1 (pl serie). Ik probeer minstens 1 tenor en 2 alten te verkopen. Ik wil maximaal 1 tenor en 1 alt behouden. Ik speel overigens altijd alleen thuis en niet in een groep. Dat was met Corona wat lastig geworden.
Het regelmatig wisselen en beoordelen van alle saxen, mondstukken en rietcombinaties bezorgt mij grijze haren (maar die had ik al).
Gr. Wim
Hoi Werner,
Dank voor je stuk, leuk. bijna al mijn saxen zijn Selmer mark 6
Bassax 1959, nr 83579
Bariton 1982, nr 339539 (met een SA 80 gravure! maar applicatuur is volledig Mark 6)
Tenor, nr 223004
alt verzilverd, 1969, nr169009
Alleen mijn sopraan is een Yanagisawa Sc 991
Ergonomisch is de Yanagisawa echt lekkerder, en ook zuiverder, maar qua karakter wil ik niet anders dan mijn mark 6. Overigens heb ik op weinig andere instrumenten gespeeld. Ik heb ook nog nog een Yana tenor model T 500. Ook een fijne ergonomie en een fijne klankkleur.
Dag Werner,
Wat een leuk bericht over de Mark VI. Ik heb er zelf ook een met het nummer M59398. Ik ben benieuwd of je ervaring hebt met dit nummer.
Een paar jaar geleden heb ik die na mijn pensionering gekocht. Ik heb toen de Balanced Action en de Mark VI uitvoerig vergeleken en beluisterd. Uiteindelijk gekozen voor deze Mark VI, die ik bij Friso Heidinga in Amsterdam heb gekocht. Een prachtig instrument. Toen mijn saxofoonleraar Søren Ballegaard die zelf een Balanced Action had, de sax hoorde en bespeelde, werd hij zo enthousiast dat hij er zelf ook naar op zoek ging. Vaak genoeg zijn er mensen, die onder de indruk zijn van de klank van mijn sax. Ik ben dus erg blij met mijn prachtig instrument.
Hartelijke groet,
Ger
Leuke blog Werner! Wil wel het rapportje ontvangen. Ervaring met de Mark VI heb ik niet. Mijn portefeuille is te dun 😁
Ik speel op een KING uit 1920.
Goed gedegen artikel, waarin alle voor-en nadelen van een mark VI ter spake komen. Behalve de prijs, want alle waar is weliswaar naar zijn geld., maar bij de mark VI moet er wel erg veel geld tegenaan.Er zijn merken, zoals Yanagisawa, die een minstens zo goed alternatief bieden voor de helft van de prijs. Tel hier bij op het voordeel van de enorme degelijkheid en betrouwbaarheid van de Yanagisawa en de keus is, wat mij betreft, snel gemaakt. Ik speel al 15 jaar op een Yanagisawa tenor met een fantastisch geluid en heb nog nooit een hapering of reparatie gehad, wat van veel mark VI niet gezegd kan worden. Daarom ben ik ook van mening dat het najagen van de droom van een mark VI een illusionaire droom is, waar ook nog eens een steeds hogere prijs voor betaald moet worden. 15duizend euro is inmiddels niet abnormaal meer voor een mark VI. Daar koop je 3 hele goede Yanagisawa’s voor…….
Beste Werner,
Ik ben de trotse bezitter van een tenor Mark VI met serienummer 220698. Dat moet dus een van de laatste zijn. Ik heb wel eens op betere, vroegere (en veel kostbaardere) gespeeld en het is zeker geen mooie om te zien maar ik ben er erg gelukkig mee. Hij is makkelijk te intoneren en klinkt als een klok.
Je spreekt van een gespecialiseerd atelier waar jij jouw saxen laat onderhouden. Waar ga jij heen?
Hartelijke groet, Herbert Jan Kaars Sijpesteijn. (Broertje van Gellius)
al ben ik ,,pianist,,—zo,n beschrijving van de sax vind ik heel interessant–;dergelijke toek.artikelen—prima—-succes verder—gr.jaap.
Prachtig artikel Werner! Top hoor.
Ik had zelf ooit een balance action en repareerde ook de modellen ‘26 een paar keer. En natuurlijk alle opvolgenden. De bolletjes verving ik vaak door vorken inderdaad. Voor de handmatige fabricage was de legering anders, dat klopt. ( en fabricage met de walsrichting vd plaat mee is ook heel belangrijk voor de klank).
Veel succes allemaal en leve de muziek!
Heb de Mark VI een aantal keren geprobeerd, zowel een gebruikt als een nieuw exemplaar. Zelf heb ik een Yamaha YTS-62 (1982), en zonder op de klank kwaliteit van de Selmer Mark VI af te willen doen, bevalt mij vooral het loopwerk van de Yamaha veel beter. Voeg daaraan toe het aanmerkelijke prijsverschil in de nieuwprijs (zo’n € 3500) en de hogere onderhoud frequentie van de Mark VI, dan is mijn voorkeur voor de Yamaha verklaard. Uiteraard blijft buiten kijf dat de voorkeur voor de ene of de andere sax heel persoonlijk is.
Speel nu tenor Selmer series lll.
Hiervoor een the Martin.
Ben er voor mijzelf achter dat mondstuk heel bepalend is voor de stemming en klank.
Graag ook je rapportje.
Mvg
Herman
Ha Werner, ik probeer het toch nog ‘n keer; ik zou graag je gratis rapportje over Selmer-serienummers ontvangen, dat je hierboven aanbiedt. We hadden hier eerder discussie over, en ik vind het nog steeds jammer dat het die wending nam.
Gr. Henk Vincenten
Ik heb een M6 5 cipher Alt met goudlak en ik vind het
echt lekker spelend en klinkend. Het speelt wat minder suppel dan mijn SA80 en wordt minder snel“warm”. Erg bedankt voor dit post.
Ric Stokes
Ha Werner, mooi en duidelijk verhaal, dank daarvoor!
Ook ik speel alt en tenor op een MVI
Graag had ik dan ook je benoemde rapport ontvangen.
Grtz PB
Ook ik ontvang graag je bevindingen over de verschillende M6 alten. Speel zelf op n 120K alt en een tenor uit dezelfde maand. Maar met andere nekken.
Dank daarvoor
Hallo Werner,
heel mooi om jouw inzichten te lezen. ik ben benieuwd naar detais in het rapport.
groet Johan Jonker van Bas en Sax
Werner,
Goed stuk. Mijn idee en mening hierover.
Ik ben een amateur en liefhebber van vintage geluid. Heb al jaren een Conn 10m. Ik ben nog geen sax tegengekomen die dezelfde eigenschappen heeft. Volle, dynamische authentieke sound. Maar ik moet zeggen dat ik destijds in Den Bosch meerdere 10m’s heb bespeeld en die anderen kwamen niet in de buurt van deze. Is dus ook hier wisselend wat kwaliteit betreft denk ik. Waar dat precies aan ligt? Ik kocht degene met de minste lak en die was dus ook de goedkoopste.
Sinds 1,5 jaar speel ik ook Bari! Ik heb een Buescher True Tone, aka the beast. Werkelijk een beest maar je kunt er ook Gerry Mulligan style mee spelen, waanzinnig dynamisch. Die nieuwere toeters klinken allemaal te blikkerig voor mij. En de Selmer markvi die ik heb bespeeld klonk prima maar niet top. Tuurlijk ergonomisch is het niet top, vooral mijn pink tableau vergt wat preciezie op de G# (kleine ronde knop) en wat kracht. Maar ik denk dat ik iedereen ermee wegblaas/ en dan niet alleen volume….
Je rapport lees ik graag.
Groet,
Leo
Wat een absurd hoge prijzen tegenwoordig, die Selmers. Heb overigens al een aantal jaren een Reference 54 altsax en die bevalt prima. Voor voor mij als amateur is dat een goede investering (voor wat betreft speelplezier) gebleken. Kwestie van verschillende merken uitproberen om uit te vinden wat bevalt (in combinatie met mondstuk en riet).
Ha Werner , dank voor je leuke artikel.
Ik heb sinds de jaren 70 een van de laatste tenor MK6 en, en twijfel soms of mijn SML niet zeker zo lekker en vetter klinkt in het lage register. Maar die is zwaar en minder ergonomisch in mijn handen, en in hoge register wat ieliger. Dus de SML is meer mijn kroegsax geworden!
Graag ontvang ik jouw rapport,
Hartelijke groet,
Marc Hazenberg
Hi Werner
Ik ken de Mark VI van vrienden, speel zelf echter een Mauriat die heerlijk nostalgisch, warm klinkt. Voor mij niks beters als een Mauriat. Graag zou ik daar de geschiedenis van willen weten. Herkomst, modellen, leeftijd. Bedankt voor je artikel! Groeten,
Louise
Hi Werner, dank voor je blog. Ik ontvang graag je rapport
Leuk Artikel! Ik heb een keer een zeer romantisch (maar ver van feitelijk bewezen) verhaal gehoord over waarom de Selmer SBA en SML Gold Medal Mark 1 (zelfde engineers als de SBA gemaakt in een fabriek aan de overkant van Selmer toen) net na de oorlog het mooiste klinken: Tijdens WWII waren er veel kerktorens gesloopd door heel Frankrijk. Net na en tijdens de oorlog was koper moeilijk aan te komen, en die engineers van Selmer en SML wist de kerkklokken te terugvorderen. De koper van die zingende church bells werd gesmolten samen met de casing van opgepakte kogels en de bestaande koperlegering. Van dat magische mix kreeg de saxofoons van rond die tijd hun bijzondere zingende toon. Nogmaals, niemand weet of dit waar is, maar het is toch een leuk verhaal. En ik denk er vaak om als ik reflecteer hoe blij ik ben met m’n SML Gold Medal, wat trouwens een geweldig optie voor diegene die de SBA looks en geluid wil zonder de megaprijs te betalen wat er tegenwordig wordt voor gevraagd!
Hoi Jon,
Ik heb eens een soortgelijk verhaal op internet gelezen, ook verre van feitelijk, maar wel met dezelfde romantiek:
Oude, maar wel naoorlogse Selmer saxen, dus de SBA en vroege MarkVI exemplaren zouden zijn gemaakt van lege granaathulzen die in/na WOII volop voorradig waren. Dit verhaal zou aannemelijk kunnen zijn omdat munitie hulzen van messing zijn gemaakt. Dit is ook de koper/zink legering waarvan saxen gemaakt worden.
En nu komt mijn volledig hypothetische (romantische) verklaring waarom zulke saxen beter zouden kunnen klinken: op het moment dat een kogel of granaat een huls verlaat, is hierin uiteraard kortstondig een ontploffing van het kruit voorafgegaan. Dit betekent dat het messing in een fractie van een seconde van ca 20 naar ca 600 graden Celsius verhit wordt. De druk die daarbij ontstaat kan zomaar oplopen tot ruim 3000 bar (getallen zijn relatief want veel hangt samen met het kaliber). Ik ben geen scheikunde, maar kan mij voorstellen dat juist dit messing andere eigenschappen qua structuur/dichtheid heeft verkregen door deze impact.
Uiteraard moeten de hulzen daarna weer omgesmolten zijn voor verdere verwerking tot muziek instrumenten en vindt er daarmee weer een verandering plaats, maar toch …… make music NOT war!
Dat saxen gemaakt zouden zijn van kerkklokken is overigens niet aannemelijk omdat klokken van brons gemaakt worden. Brons wordt niet toegepast voor blaasinstrumenten omdat dit een koper/tin legering is wat niet de gewenste stijfheid heeft. Hier zouden overigens wel metalen mondstukken van gemaakt kunnen worden.
‘Body tubing: Unlacquered Bronze’……. betreft Yanigasawa WO2 (!) serie
De type aanduiding is wel héél toevallig..😁
interessant overzicht Werner,
ik ben benieuwd naar je uitgebreidere rapport!
Lennard
Goedemorgen Werner,
Graag ontvang ik je rapport. Ik ben in het bezit van een Mark VI-alt, een geweldige alt voor een bigband-setting maar wat lastig qua stemming in een harmonie-orkest.
Hey Werner, prachtig uitgebreid en gedetailleerd verhaal. Dank je! En hou me aanbevolen voor je rapport. Groetjazz, Jan Pieter
Hallo Werner. Het rapport dat je belooft zie ik graag tegemoet. Ben indertijd, als fluitist, op een afgebladderde Mark VI tenor gestuit voor een boterzachte prijs. Met een origineel C-kruis mondstuk. Tegen een wand of vooral een piano geprojecteerd gaf dat een magnifiek geluid, als jazzfan was ik de koning te rijk. Later met verschillende metalen mondstukken (vooral de Berg Larsen) blies ik er elke tent mee op, maar het sluitwerk onderin haperde nogal, zodat ik na een jaar of twee van gemengd genoegen bij een reparateur belandde die me, ik zal de destijds bekende naam maar niet noemen, onder valse voorwendselen het instrument afhandig maakte en me een gloednieuwe Buffet Crampon verkocht. Bij het eerste optreden wist ik het zeker: dit was een akelige vergissing, het ding had wel toon, maar niet de toon om jazz mee te spelen. Een tweede Mark VI tenor haalde het niet bij de eerste, dus die heb ik geruild tegen een schilderij. Later heb ik voor betrekkelijk weinig geld een vrijwel nieuwe Mark VI bariton laag-A kunnen overnemen, waar ik het verder als amateur-muzikant mee gedaan heb (hoewel de fluit mijn hoofdinstrument bleef, als het om competitie ging). Op mijn ouwe dag heb ik nog een antieke Holton altsax gekocht, uit 1910 en parabolisch geboord, met een onwaarschijnlijk krachtig geluid maar technisch een ramp (Over de bijzondere klank van de origineel-parabolische boring hoor ik nooit iemand). Tenslotte heb ik onlangs een Jean Paul tenor uit Amerika laten komen, een prima toeter die met de meegeleverde mondstukken nergens naar klonk maar die ik met een metalen mondstuk van een begaafde metaalbewerker en mede-Mingus-fan uit Boedapest minstens zo goed aan de praat gekregen heb als ooit die verfomfaaide Mark VI — het kan aan dat mondstuk liggen, maar met deze Taiwanees (net als de Mauriat trouwens die iemand noemt) durf ik me hier in Hongarije weer te vertonen. Maar als ik droom van sax-spelen, is dat op mijn eerste bariton, een oude Buescher zonder laag A. Vals als een kraai maar zooo mooi van geluid. Groeten uit dit naar neo-dictatuur afgegleden prachtland. Chris van de Riet.